Onder niet automatische bewaking wordt een brandmeldinstallatie met alleen handbrandmelders verstaan. De handmelders moeten worden aangebracht op bereikbare plaatsen in de verkeersroute. Ze dienen te worden bevestigd in het directe zicht en binnen twee meter van een brandslanghaspel.

Indien er in (een deel van) het gebouw geen brandslanghaspels aanwezig zijn, moeten ze op bereikbare plaatsen in de verkeersroute zijn aangebracht bij voorkeur bij (nood)uitgangen en /of draagbare blustoestellen en wel zo dat deze vanaf iedere plaats in het gebouw binnen 30 meter bereikbaar is.

Op de plaats waar een mondelinge of telefonische brandmelding kan worden ontvangen en verwerkt, zoals de receptie of de portiersloge, moet in dezelfde ruimte binnen 5 meter van de plaats waar de meldingen worden ontvangen een handbrandmelder zijn aangebracht.