Er kan door de bevoegde autoriteit worden geëist dat de brandmeldinstallatie een directe doormelding voor brandmeldingen naar een brandweerpost geeft. De ontvangst en verwerking van de meldingen, worden verzorgd door een Regionaal Alarmcentrale (RAC). De brandweer geeft aan welke type transmissie dit moet zijn; type 1 of type 2. Het type doormelding moet altijd vermeld staat in het PvE.
De prestatie-eisen waaraan een transmissieweg voor alarmmeldingen (type 1 of type 2) moet voldoen, komen voort uit de NEN-EN 54-21. Een storing in het alarmtransmissiesysteem tussen de alarmoverdrager en het ontvangststation voor brandmeldingen moet als storing op het ontvangststation voor branmeldingen worden gemeld en mag niet tot een alarmmelding leiden. Datzelfde geldt voor een storing tussen de brandmeldcentrale en de alarmoverdrager van het transmissiesysteem.
Type 1 (directe lijn)
De transmissieweg moet minimaal voldoen aan:
– gemiddelde transmissietijd | D4 | 10 sec; |
– maximale transmissietijd | M4 | 20 sec |
– transmissiebewaking | T5 | Maximaal 90 sec |
– Systeembeschikbaarheid | A4 | 99,8% (ca.1 dag per jaar uit) |
Type 2 (kiesverbinding)
De transmissieweg moet minimaal voldoen aan:
– gemiddelde transmissietijd | D4 | 10 sec; |
– maximale transmissietijd | M3 | 60 sec |
– transmissiebewaking | T2 | Maximaal 25 uur |
– Systeembeschikbaarheid | A4 | 99,8% (ca.1 dag per jaar uit) |
Bij een vaste lijnverbinding wordt een verbinding gemaakt tussen de doormeldeenheid, nabij de brandmeldcentrale en de meldkamer van de RAC. Vroeger was dit een galvanische verbinding; in het gehele tracé tussen doormeldeenheid en meldkamer werden de telefoonkabels aan elkaar gesoldeerd. Zo nodig kon er met gelijkstroomsignalen worden gewerkt. Met de intreding van de glasvezeltechniek is dit niet meer mogelijk.
Bij vaste doormeldeenheid zendt continu informatie naar de ontvanger (RAC). Ook hierbij geldt een bepaald protocol. Zodra deze informatie niet meer aankomt, geeft de meldkamer een storingsmelding. De brandmeldcentrale bewaakt alleen de verbinding met de doormeldeenheid.