Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) in Utrecht beheert een aantal certificatie- en inspectieschema’s. Het CCV is verantwoordelijk voor de inhoud en publicatie van de certificeringsregelingen en normstellende documenten. Ze beheert en publiceert tevens de wijzigingen die daarop in de toekomst zullen worden aangebracht. Dit zijn onder andere:

De inspectieschema’s zijn bedoeld voor brandbeveiligingssystemen, de certificatieschema’s zijn gemaakt voor branddetectiebedrijven, onderhoudsbedrijven en installatiebedrijven die aan brandmeldinstallaties en/of ontruimingsalarminstallaties werken. Betrokken partijen bij de totstandkoming van deze schema’s zijn onder meer:

Het inspectieschema is met de komst van het Bouwbesluit 2012 op 1 april 2012 in werking getreden. De certificatieschema’s brandmeldinstallaties  voor de branddetectie-, onderhouds- en installatie bedrijven zijn op 1 juli 2012 in werking getreden. De certificatieschema’s ontruimingsalarminstallaties  voor ontruimingsalarm-, onderhouds- en installatiebedrijven zijn op 1 oktober 2014 in werking getreden. Het certificatieschema brandmeldinstallaties 2002 voor de branddetectie-, onderhouds- en installatie bedrijven is niet meer van kracht sinds 31 december 2014.

Het doel van certificatie

Het doel van certificatie is het aantonen en borgen van de kwaliteit van een installatie. Bedrijven die volgens de certificatieschema’s Brandmeldinstallatie en/of Ontruimingsalarminstallatie zijn gecertificeerd, zijn goed op de hoogte van wet- en regelgeving. Zij adviseren op basis van hun kennis en ervaring en installeren brandmeldinstallaties en/of ontruimingsalarminstallaties volgens het vooraf overeengekomen Programma van Eisen. In het PvE zijn naast de eisen van de eigenaar/gebruiker, ook de eisen van brandweer en verzekeraar opgenomen. 

Doordat bedrijven een erkenning bezitten volgens de certificatieschema’s, tonen zij aan een bepaalde kwaliteit te kunnen leveren en borgen. Eisen aan een brandmeldinstallatie en/of ontruimingsalarminstallatie worden vastgelegd (PvE) en de werkwijze van het erkende bedrijf is geborgd doordat deze is vastgelegd in procedures. Hiermee kan men een brandmeldinstallatie en/of ontruimingsalarminstallatie leveren die na oplevering wordt voorzien van een installatiecertificaat. 

Na het jaarlijks onderhoud dient een erkend onderhoudsbedrijf het certificaat te verlengen, indien nog steeds wordt voldaan aan de eisen uit het PvE en de installatie in de nominale staat verkeert. In dat geval wordt er een onderhoudscertificaat afgegeven. De overheid eist een brandmeldinstallatie vanuit het Bouwbesluit. Verzekeraars vragen verzekerden vaak, in het kader van een brandverzekering, om preventieve maatregelen te nemen en een brandmeldinstallatie te laten aanleggen. Om de kwaliteit aan te tonen zal een certificaat moeten worden overlegd.
 

Inspectiedertificaat Brandmeldinstallaties

Vanuit het Bouwbesluit moet voor bepaalde objecten een brandmeldinstallatie worden voorzien van een inspectiecertificaat. Als de brandmeldinstallatie wordt voorzien van een inspectiecertificaat, zal de daaraan gekoppelde ontruimingsalarminstallatie ook van een inspectiecertificaat moeten worden voorzien. Indien er vanuit het Bouwbesluit een eis ligt tot certificering van een brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie, dient het inspectiecertificaat te worden afgegeven op grond van het CCV inspectieschema brandbeveiligingssystemen. Het betreft in dit geval een inspectiecertificaat afgegeven na goedkeuring van een inspectie-instelling. Een inspectie-instelling die bevoegd is om een inspectiecertificaat op grond van het CCV inspectieschema brandbeveiligingssystemen af te geven, moet een type A geaccrediteerde inspectie-instelling zijn die voldoet aan de NEN-EN ISO/IEC 17020 en een licentieovereenkomst hebben met het CCV. 
 

Installatiecertificaat

Het installatiecertificaat wordt maar één keer voor de installatie afgegeven en dit vindt plaats op verzoek van de eigenaar/gebruiker/verzekeraar. Alleen bij ingrijpende wijzigingen moet na overleg een nieuw certificaat worden aangevraagd. Met een installatiecertificaat kan de eigenaar/gebruiker aantonen dat de installatie bij oplevering voldoet aan NEN 2535 en/of NEN 2575 en aan het PvE. Daarmee zal de installatie in eerste instantie goed functioneren.
 

Onderhoudscertificaat

et onderhoudscertificaat wordt door een erkend onderhoudsbedrijf verleend aan een eigenaar/gebruiker. Dit wordt verleend bij een positief oordeel over het uitvoeren van periodiek (jaarlijks) onderhoud, inclusief alle daarbij behorende controles en testen. Met een onderhoudscertificaat kan de onderhouder verklaren dat de installaties conform NEN 2654-1 en NEN 2654-2 is onderhouden.