Een brandweerlift kan bij brandbestrijding het repressieve optreden van de brandweer vergemakkelijken. 

Het gebruik van een lift in een situatie dat er in een gebouw rook geproduceerd wordt door een brand of andere calamiteit, kan zeer gevaarlijk zijn. Liftschachten werken vaak als een schoorsteen, waardoor de rook in het gebouw de liftschacht ingetrokken wordt. Mensen in de liftkooi kunnen bedwelmd raken door de rook, ze kunnen stikken of in paniek raken. Mocht de lift uitvallen, zullen er vrijwel zeker slachtoffers vallen wanneer er zich mensen in de liftkooi bevinden. Uit bovenstaande blijkt dat het niet wenselijk is om liften bij brand te gebruiken, om deze reden is dat dan ook niet toegestaan.
 

Wettelijk kader

Bouwbesluit
Artikel 6.39 van het Bouwbesluit, schrijft voor dat in nieuw te bouwen gebouwen met een verblijfsgebied hoger dan 20 meter, een brandweerlift vereist is. In alle overige gebouwen, bepaalt de gebruiker of een gewone lift wordt aangebracht. In het Bouwbesluit is opgenomen aan welke voorwaarden een brandweerlift en de loopafstanden tot deze lift moeten voldoen. 

Zo is er vermeld dat er vanaf een lifttoegang van een brandweerlift een extra beschermde vluchtroute voert naar de bovenliggende toegang van de brandweerlift. 

Onderhoud:
In artikel 1.16 zorgplicht, is aangegeven dat een brandweerlift adequaat moet worden onderhouden. 
 

Warenwetbesluit liften

Ook vanuit het ‘Warenwetbesluit liften’ wordt onderhoud vereist. Tevens eist dit besluit dat een lift minimaal eens in de achttien maanden gecertificeerd dient te worden. Een instructieboek en een logboek (met hierin een geldig certificaat) 
moeten aanwezig zijn.
 

Normen

De eisen voor een brandweerlift staan vermeld in de NEN-EN 81-72. Deze norm is niet in de regeling Bouwbesluit aangestuurd. De liftmachinekamer (indien aanwezig) en de liftschacht (inclusief de lifttoegangsdeuren), dienen een brandwerendheid te bezitten van minimaal 60 minuten. Hiermee wordt bereikt dat de brandweer de lift gedurende deze tijd veilig kan gebruiken. Om deze reden moet ook de voedingskabel voor de brandweerlift worden uitgevoerd met 60 minuten functiebehoud.

Om de brandweer de mogelijkheid te geven om deze lift te bedienen, dient bij de hoofdstopplaats een brandweerschakelaar aangebracht te worden op een hoogte van tussen de 1,8 en 2,1 meter. Deze schakelaar moet voorzien worden van een pictogram. De schakelaar moet te bedienen zijn met de brandweerdriehoeksleutel. 
 

Sturingen bij brand

Bij een brandmelding worden in de regel alle liften naar de hoofdstopplaats gestuurd worden. Dit hoeft niet altijd het niveau te zijn waar men het gebouw betreedt. De hoofdstopplaats kan ook een niveau lager zijn, bijvoorbeeld bij een gebouw met een entree op de eerste verdieping. Tevens worden van alle gestuurde liften de bediening geblokkeerd en blijven de liftdeuren moeten open staan.