Wat betreft de situering van de bluswaterwinplaatsen, kunnen moeilijk algemeen geldende regels worden gegeven. De situering is namelijk van vele factoren afhankelijk, bijvoorbeeld blustactiek, gebruikte toegang en de plaats van de brand. Wel geldt dat voor het eerst aankomende blusvoertuig, ongeacht het risicogebied, een bluswaterwinplaats aanwezig moet zijn op een afstand van maximaal 40 meter van de ingang van het object.

Wanneer een object meerdere ingangen heeft, die het eerste blusvoertuig naar keuze kan gebruiken, dan geldt deze eis voor elke ingang. De plaats van alle andere beschikbare waterwinplaatsen (voor de volgende blusvoertuigen), is afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden en de inzichten van de brandweer. Wanneer in een object droge blusleidingen aanwezig zijn, moet binnen een afstand van 35 meter van elke voedingsaansluiting van deze droge blusleidingen, een brandkraan op de waterleiding aanwezig zijn. 
 

Wat betreft de plaats en bereikbaarheid van bluswaterwinplaatsen kunnen de volgende aandachtspunten worden gegeven:
 


Bij de nieuwbouw van een wijk of een gebied, zal al in een vroeg stadium moeten worden nagedacht over de locatie van brandkranen. Niet altijd is duidelijk elke bebouwing op bepaalde percelen komt of waar de bebouwing precies wordt geplaatst. Om toch te voldoen aan de richtlijnen voor de brandkranen, moet in dit gebied rekening worden gehouden met de plaatsing van brandkranen op maximaal 80 meter afstand van elkaar. Op wegen met fysiek gescheiden rijbanen, gelden deze richtlijnen voor elke weghelft. 

NB Door Brandweer Nederland is een publicatie ‘Bluswatervoorziening en Bereikbaarheid’ uitgegeven. Deze is te downloaden op www.brandweernederland.nl.