Vooralsnog is de regering voornemens om in 2022 de Omgevingswet in werking te laten treden. Vanuit de Omgevingswet wordt gesteld dat er algemene rijksregels gesteld moeten worden omtrent bouwactiviteiten, sloopactiviteiten en aangaande het gebruik en in stand houden van bouwwerken. Het Besluit Bouwwerken Leefomgevingen (BBL) geeft als uitvoeringsbesluit hier invulling aan.
Vooralsnog is de wet- en regelgeving omtrent bouwkundige, installatietechnische en organisatorische (deels) ten aanzien van brandveiligheid grotendeels opgenomen in het Bouwbesluit 2012, zoals dit momenteel van kracht is. Dit Bouwbesluit bestaat grotendeels uit functionele eisen, waarin de kaders worden gegeven, en prestatie-eisen, die bepaalde en vastgestelde eigenschapseisen representeren (te denken aan grenswaarden en bepalingsmethoden). In het BBL is het grootste deel uitgewerkt in doel- en middelvoorschriften, waarbij de doelvoorschriften overeenkomstig de functionele eisen zijn en de middelvoorschriften overeenkomstig de prestatie-eisen.
In het BBL is overeenkomstig het Bouwbesluit 2012 een gelijkwaardigheidsartikel opgenomen. Dit betekent dat in nagenoeg alle situaties een andere oplossingsrichting aangedragen kan worden als is voorgeschreven vanuit het besluit. Vanuit het gebruik is het in bepaalde situaties onwenselijk of zelfs onmogelijk om te voldoen aan de middelvoorschriften, hierin voorziet dit gelijkwaardigheidsartikel. Ook om te voorkomen dat bepaalde innovatieve oplossingen niet toepasbaar zijn geeft het gelijkwaardigheidsartikel hierin een uitkomst.
Het BBL bevat anders dan de regelgeving die voortkomt uit het Bouwbesluit 2012 regels die afkomstig is uit de Woningwet, de Regeling Bouwbesluit 2012, het Besluit Omgevingsrecht (Bor) en het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). Doormiddel van het samenvoegen van deze regels in één document ontstaat meer samenhang en zijn regels in de basis eenvoudiger te vinden.
In het BBL zijn de regels omtrent open erven en terreinen vervallen, dit betekent dat decentrale overheden (in de basis de gemeenten) een ‘eigen’ bevoegdheid hebben met betrekking tot deze onderwerpen. Deze regels moeten opgenomen worden in het ‘nieuwe’ omgevingsplan, zodat voor alle marktpartijen duidelijk is welke regels zullen gelden. De verwachting is dat de regels zoals deze momenteel zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012 omtrent dit onderwerp (grotendeels) worden overgeheveld naar de omgevingsplannen.
Belangrijk is dat de indeling van het BBL anders is dan de opbouw die het huidige Bouwbesluit kent. Het BBL heeft een opbouw die lijkt op eerdere bouwregelgeving, waarbij (nog steeds) sprake is van een tabellenstructuur. Het BBL kent hierbij hoofdstukken die een vastgesteld kwaliteitsniveau representeren. Dit betekent concreet dat er een hoofdstuk bestaande bouw, nieuwbouw en verbouw zijn opgenomen in het besluit. Daarbij is de gebruiksmeldingsplicht gewijzigd ten opzichte de huidige plicht, zoals deze is opgenomen in het Bouwbesluit 2012.
Belangrijk is te benoemen dat dat hoofdgebruiksfuncties vanuit het Bouwbesluit 2012 zijn overgenomen in het BBL.
Meer leren over het Besluit Bouwwerken Leefomgeving
Wilt u meer leren over de verschillen tussen het Besluit Bouwwerken Leefomgeving en het Bouwbesluit? Volg dan onze 1-daagse opleiding.