De Arbeidsomstandighedenwet, kortweg de Arbowet, bevat voorschriften met als doel verzekering van de veiligheid, bescherming van de gezondheid en bevordering van het welzijn van werknemers. Uitgangspunt van de Arbowet is dat de zorg voor de arbeidsomstandigheden, een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemers is.
De arbowet is een raamweg (abstract). Dit houdt in dat detaillering in andere besluiten c.q. regels is uitgewerkt (concreet). Zie onderstaande tabel.
REGELING | TOELICHTING |
---|---|
Arbowet | De regels zijn in globale termen beschreven |
Arbobesluit | Nadere uitwerking van de Arbo-wet |
Arboregeling en Arbo-beleidsregels | De technische details of zeer specifieke voorschriften zijn verder uitgerwerkt. Hierin is het basisniveau van beschrming weergegeven |
AI-bladen | Dit zijn Arbo-informatiebladen waarin onderwerpen op een praktische wijze nader worden uitgewerkt |
Normen | In de Arbo-regelingen of -besluiten kan verwezen worden naar bepaalde normen Bijvoorbeeld de norm NEN 3140 veiligheid bij werken met electrische installaties |
Niet elk artikel uit de Arbowet is van belang voor de brandveiligheid. De drie belangrijkste artikelen voor de brandveiligheid zijn respectievelijk artikel 3, 5 en 15. In artikel 3 wordt voorgeschreven dat de werkgever een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid moet formuleren. De werkgever heeft een zorgplicht. Zij dient gevaren en risico’s voor de gezondheid te voorkomen, moet werknemers bij calamiteiten in veiligheid kunnen stellen en bij een calamiteit de schade kunnen beperken. Het beleid moet uitgaan van wat redelijkerwijs haalbaar is in technisch,economisch en operationeel opzicht.
De Arbowet eist in artikel 5 dat de risico’s, die de werknemers kunnen tegenkomen bij de uitvoering van hun werk, worden vastgelegd in een risico inventarisatie en evaluatie (RI&E). Deze RI&E bevat tevens de maatregelen die worden getroffen om de risico’s te beperken. De risico’s die dan nog overblijven vormen de basis voor de organisatie van de bedrijfshulpverlening.
In artikel 15 van de Arbowet zijn de taken voor de bedrijfshulpverlening omschreven, te weten:
- Het verlenen van eerste hulp bij ongelukken.
- Het beperken en bestrijden van brand alsmede het voorkomen en beperken van ongevallen.
- Het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle personen in het bedrijf ofde inrichting.
- Het alarmeren van, en samenwerken met, de hulpverleningsorganisatie.
De bedrijfshulpverlener heeft een voorpostfunctie voor de professionele hulpverleningsdiensten zoals politie, brandweer en ambulancedienst. Een nadere uitwerking voor de bedrijfshulpverlening is opgenomen in het Besluit bedrijfshulpverlening. Het uitgangspunt voor het opzetten van een bedrijfshulpverleningsorganisatie, is dat deze is afgestemd op de eigen situatie van het bedrijf (zorg op maat).
Het Arbobesluit kent enkele artikelen met betrekking tot de brandveiligheid. Een voorbeeld hiervan is artikel 3.6 voor vluchtwegen en nooduitgangen, artikel 3.7 voor het veilig gebruik van vluchtwegen en nooduitgangen en artikel 3.9 voor noodverlichting. Deze artikelen zijn vervolgens nader uitgewerkt in Arbobeleidsregels. Deze bevatten praktijkgerichte voorlichting over algemeen verbindende voorschriften. Deze voorschriften geven praktische uitleg over de interpretatie van wet- en regelgeving.
Voor zeer specifieke informatie kent het systeem de Arbo-Informatiebladen (AIbladen), bijvoorbeeld met betrekking tot gasblusinstallaties. Deze AI-bladen zijn een vervanging van de oude P-bladen.
Controle en handhaving Arbowet
De controle en handhaving van de Arbo-regelgeving is opgedragen aan de Arbeidsinspectie. Bij ernstige overtreding kan gebruik worden gemaakt van het strafrecht. Bij overtreding van de Arbowet kan een bestuurlijke boete worden opgelegd.
BHV-organisatie
Niet alle geconstateerde risico’s uit de RI&E, kunnen worden opgelost metpreventieve maatregelen. Calamiteiten zijn tenslotte niet altijd te voorkomen. De risico’s die nog overblijven, worden restrisico’s genoemd. Het aanwezige restrisico bepaalt voor een groot deel de vorm en de grootte van de bedrijfshulpverleningsorganisatie. Het bedrijfshulpverleningsplan bevat alle informatie, maatregelen en voorzieningen om de gevolgen van ongevallen, calamiteiten en incidenten te minimaliseren en adequate spoedeisende hulp te kunnen verlenen.
In het bedrijfshulpverleningsplan is dit uitgewerkt in van te voren opgesteldeprocedures. Op het moment dat de externe hulpverleningsdiensten zijn gearriveerd, worden de taken aan hen overgedragen. Een BHV-plan bestaat uit de volgende onderdelen:
- Algemene informatie (zoals gebouwgegevens en het aantal aanwezigen)
- Overzicht van de risico’s van het gebouw
- Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden
- Afspraken met overheidshulpdiensten
- Bijlagen
(Zoals een ontruimingsplan ;tekeningen van het gebouw, vluchtwegen en beveiligingsmiddelen;bereikbaarheidslijsten; opleidingsplan; oefenschema;communicatieplan en een aanvalsplan.)
Het BHV-plan moet zodanig worden opgesteld dat het gemakkelijk kan worden aangepast. Een goed BHV-plan is beknopt van omvang en is voor iedereen (ook voor externe hulpverlening) te begrijpen.