De alarmorganisatie bestaat uit alles wat bij brand de gevolgen hiervan beperkt. Het betreft hier zowel menselijk ingrijpen als technische voorzieningen. Bouwkundige voorzieningen maken géén deel uit van de alarmorganisatie. De alarmorganisatie is een dynamisch gebeuren. Een stapsgewijs voorbeeld van een alarmorganisatie luidt als volgt:
- De centrale komt in alarm
- De interne organisatie wordt gewaarschuwd en start met de ontruiming
- De doormelding naar de brandweer vindt plaats en de brandweer komt
- De liften komen naar beneden en zijn niet meer te gebruiken
- De overdrukinstallatie in trappenhuizen start op
- Deuren in rook- en brandscheidingen vallen dicht
- De ambulancedienst wordt opgeroepen door de interne organisatie.
Een bedrijf is verplicht een alarmorganisatieplan te hebben en dit ook regelmatig te oefenen. Een brandmeldinstallatie kan een aantal brandbeveiligsheidinstallaties sturen die van invloed kunnen zijn op dat alarmorganisatieplan (zie eerder voorbeeld). Het is dan ook belangrijk, dat de projecteringsdeskundige hier serieus mee omgaat en de Beheerder Brandmeldinstallaties informeert over de sturingen die de brandmeldinstallatie uitvoert. Tevens is het belangrijk, met het oog op de periodieke controles van de Beheerder Brandmeldinstallaties en eventueel te veroorzaken overlast, dat de projecteringsdeskundige er rekening mee houdt dat er een eenvoudige manier is om stuurfuncties te overbruggen (of dat er tenminste een goede instructie is voor deze handeling).